Gronings dialect.
Gronings: De benaming van het dialect van de provincie Groningen, inclusief de varianten daarbinnen. Één van de meer dan driehonderd variëteiten van het Nederlands (verspreid over heel Nederland en België)
Dialect: Variëteit van een taal die in een taalgemeenschap -in vergelijking met de gestandaardiseerde variëteit van die taal- een beperkte communicatieradius en gebruiksfunctie heeft. (Bron: Taaldidactiek aan de Basis, 1992).
Neder-Saksisch.
Het Gronings is evenals een aantal andere Nederlandse dialecten een 'Neder-Saksische' taal.
Het Neder-Saksisch taalgebied strekt zich uit van de Lauwers tot aan de Oostzee en van de Waddenzee tot de grote rivieren en het Ruhrgebied.
Het gebied waar het Neder-Saksisch in Nederland wordt gesproken bestaat uit de provincies Groningen, Drenthe, Overijssel, de gemeenten Oost- en West-Stellingwerf in Zuidoost-Friesland en de gebieden Achterhoek en Veluwe in de provincie Gelderland.
Wanneer gesprekspartners van beide zijden der Duits-Nederlandse grens zich van hun dialect bedienen is er nauwelijks sprake van een taalbarrière.
Geen Fries.
Nog tot in het begin van de vorige eeuw werd er vanuit gegaan dat Groningers en Friezen dezelfde voorouders hadden en dat het Fries ooit de voertaal in het noordelijke deel van de provincie Groningen was geweest.
Men dacht dat het Fries langzamerhand was verdrongen door de invloed van de stad Groningen en noordwaarts trekkende Drenten.
Maar in 1927 verscheen er een proefschrift van Dr. D. J. H Nyèssen (geboren te Tiel), die schedels onderzocht uit de Friese terpen * en Groninger wierden *, waarin hij tot de slotsom kwam dat Groningers en Friezen van verschillend ras zijn. Hij kwam tot deze conclusie door schedelmeting...
Omstreeks het jaar 800 werden de grenzen getrokken tussen de toen nieuw gevormde bisdommen.
De rivier de Lauwers, uitkomend in de Lauwerszee (nu Lauwersmeer), werd als grens aangenomen. Waarschijnlijk dat de Lauwers toen al de taalgrens was.
Verschillende varianten.
Binnen de provincie Groningen bestaan er verschillende varianten van het dialect:
Zo is er o.a. het Stad-Gronings, het Noord-Gronings, het Veenkoloniaals en het Westerwolds.
Een voorbeeldje met het woord 'niet':
- Stad-Gronings: noit
- Noord-Gronings: nait
- Westerwolds: nich
Het Westerwolds is, door invloeden van buitenaf aan het begin van de 20e eeuw, zo goed als verdwenen.
Het voor het Westerwolds karakteristieke 'wôl' (wel), 'man' (maar), 'tikkel' (beetje) en 'wolt' (willen) hoort men maar zelden meer.
Het Veenkoloniaals wordt (hoe toepasselijk) gesproken in de Veenkoloniën, het gebied op de grens met Drenthe dat loopt van Hoogezand tot Ter Apel.
Enkele karakteristieke Veenkoloniaalse woorden zijn huus (huis) en tuune (tuin) waar de rest van de provincie hoes en toen(e) zegt.
Het gebruik.
Evenals in andere provincies is ook in Groningen het aantal mensen dat het dialect kan spreken en verstaan vele malen groter dan zij die het ook kunnen lezen en schrijven.
Uit een onderzoek gehouden in 1995 blijkt dat:
In de leeftijdsgroep van 18-25 jaar 44% van de ondervraagden aangaf Groningssprekend te zijn, in de leeftijdsgroep boven 65 jaar was dat 79%.
Het aantal mensen dat half-Nederlands half-dialect spreekt neemt hand over hand toe, vooral onder de jongeren, (in het Gronings is daar een uitdrukking voor: Haalf put- haalf regenwotter).
Hierbij lijken radio en televisie van grote invloed te zijn.
In de plaats van het dialect treedt een soort regionaal gekleurde standaardtaal. Dit "regiolect" neemt een aantal kenmerken van het dialect over - echter alleen kenmerken die de communicatie tussen sprekers uit verschillende regio's niet belemmeren. Het regiolect komt daardoor steeds dichter bij de standaardtaal.
Voorbeelden van zulks regiolect:
- Nederlands: Schaatsen
- Regiolect: Schoatsen
- Gronings: Scheuveln
- Nederlands: Laarzen
- Regiolect: Leerzen
- Gronings: Stevels
Iemand die echt Gronings spreekt gebruikt korte zinnen (Groningers houden van kort en bondig), acht woorden per zin is al veel.
Het Gronings is een beetje een 'Turbotaal', korte woorden in korte zinnen.
Op de vraag "hou is t?" (hoe gaat het met jou?) zal een echte Groninger antwoorden met "t kon minder" (het zou slechter kunnen zijn).
Omzettingen.
In het Gronings komen nogal wat 'omzettingen' voor, woorden die omgekeerd zijn in vergelijk met het Nederlands.
Enkele voorbeelden:
- Nederlands: Doormidden
- Gronings: Middendeur
- Nederlands: Sinaasappel
- Gronings: Appelsien
- Nederlands: Wagenwijd
- Gronings: Wiedwoagen
Zinsbouw.
De zinsbouw van Gronings wijkt af van het Nederlands:
Het hulpwerkwoord komt in het Gronings altijd achteraan.
Nederlands: "Reken er maar op dat wij zullen komen",
Gronings: "Reken der mor op dat wie kommen zellen".
Evenals in het Fries, Drents en Overijssels geldt dat voltooide deelwoorden zonder ge- worden gevormd.
Nederlands: "Jan heeft een appel gegeten",
Gronings: "Jan het n appel eten".
En dat het voltooid deelwoord op de laatste plaats moet staan.
Nederlands: "Jan had wel een appel willen eten",
Gronings: "Jan haar wel n appel eten wilt".
Onderwijs.
In het onderwijs zijn er nogal wat lesgevenden die menen dat het dialect een negatieve invloed op de taalontwikkeling van de leerlingen heeft, ouders proberen daardoor vaak hun kinderen Nederlands te leren in plaats van het dialect.
Op taalsite.slo.nl/lexicon/Dialect/ stond:
Leerkrachten raden dialectsprekende ouders nogal eens aan Nederlands te spreken met hun kinderen. Dat is geen handig advies. Het dialect is vaak hun moedertaal, de taal waarin ze hun emoties kunnen uitdrukken. Kinderen hebben recht op communicatie in die taal (als de ouders daarvoor kiezen). Daar komt nog bij dat -als het Nederlands van dialectsprekende ouders niet goed is- kinderen in verwarring kunnen raken. Vaak is dit overigens niet het geval en kiezen dialectsprekende ouders er vanaf het begin voor om met elkaar dialect en met hun kinderen Nederlands te spreken.
Lesgevenden die het dialect een warm hart toedragen kunnen gebruik maken van een speciaal lespakket voor het basisonderwijs dat enkele jaren geleden is uitgebracht.
Levende taal.
Het Gronings is een levende taal, dat wil zeggen dat er woorden verdwijnen (in onbruik raken) en ook nieuwe bijkomen.
Een voorbeeld hiervan is 'Spaigelploatje' voor CD (Compact Disc), waarvoor in het Nederlands eenvoudigweg de Engelse benaming werd overgenomen. 'Spaigelploatje' betekend letterlijk 'Spiegelplaatje', refererend aan het spiegelend oppervlak ervan.
Woordenboeken
Een klein handig woordenboek Gronings - Nederlands en Nederlands - Gronings is in 1988 verschenen:
'Zakwoordenboek' van Siemon Reker, uitgegeven door Staalboek in Veendam, ISBN 90-72938-16-X
Het 'standaardwerk' van K. ter Laan, 'Nieuw Groninger Woordenboek' is uitgebreider (en ook duurder!):
'Nieuw Groninger Woordenboek', K. ter Laan, uitgegeven door Wolters-Noordhoff in Groningen, ISBN 9062 43105 4
Betekenis of verklaring van een woord zoeken (NE-GR, GR-NE):
* Terpen en wierden, zijn door de mens opgeworpen woon- of vluchtheuvels ter bescherming tegen hoge waterstanden. We onderscheiden huis- en dorpsterpen. Huisterpen zijn opgeworpen voor één enkele boerderij. Ze komen voor in vrijwel heel laag Nederland (inclusief het rivierengebied) en dateren over het algemeen uit de Middeleeuwen. Woonhoogten waarop grotere nederzettingen zijn gebouwd noemen we dorpsterpen. Vaak zijn het aaneen gegroeide huisterpen. Veel dorpsterpen zijn van prehistorische ouderdom. We vinden ze met name in Friesland en Groningen. In Groningen worden terpen meestal aangeduid als 'wierden'.
Bronnen:
Nieuwe Groninger Encyclopedie, Nieuw Groninger Woordenboek,
http://www.sassisch.net/rhahn/low-saxon/lowsax-nl-nl.htm
http://www.landschapsbeheer.com/
http://www.ned.univie.ac.at/publicaties/taalgeschiedenis/nl/dial.htm
|